Aan het woord “egoïstisch” hangt meestal een negatieve lading. Dus wie wil er nou voor egoïst uitgemaakt worden. Maar even zonder dollen. Is er iemand anders, zijn er andermans behoeften, die je zo goed aan zou kunnen voelen als jouw eigen behoeften? En geldt dat niet voor iedereen? Als je nou verantwoordelijkheid zou nemen voor je eigen behoeften, die alleen jij van binnenuit 100% waar kunt nemen en ook anderen de ruimte geeft om voor hún behoeften te gaan, dan heb je er geen last meer van dat die anderen zich niet met jouw behoeften bezighouden en kun je tevens gaan voor wat jij wilt.
Het allermooist zou zijn, als je vanuit verbinding met je hart ‘egoïstisch’ zou kunnen zijn (zelfzuchtig is eigenlijk een beter woord). Dan zou je namelijk ook ‘weten’ (met datzelfde hart) dat je met iedereen verbonden bent. Vanuit dat weten zul je ook geen keuzes maken in het nadeel van een ander. Daar word je dan namelijk niet blij van. Iets totaal anders dan “ieder voor zich en God voor ons allen.”
Maar wat is nou het gevolg van niét egoïstisch zijn? Wat gebeurt er met een mens, die altijd maar anderen en de behoeftes van anderen, belangrijker maakt dan (die van) zichzelf?
Die persoon gaat zichzelf steeds minder vertrouwen, want hoe kun je iemand vertrouwen, die zichzelf steeds in de steek laat. Mede daardoor is hij wantrouwend naar de omgeving en met hulp van de Wet van Aantrekking zal hij “bewijzen’ krijgen dat z’n wantrouwen terecht is. Hij wordt steeds minder blij en vrolijk, dus is voor de omgeving een steeds minder aangenaam persoon om in de buurt te hebben. Als iemand dat ‘zich-aanpassen’ en ‘opofferen’ maar lang genoeg volhoudt, dan komt er een tijd dat dat ook lichamelijk merkbaar wordt, met alle consequenties die daarbij horen. En wat daar ook nog bij komt is, dat iemand die zich opoffert en aanpast, daar echt altijd iets voor terug wil en meestal gaat dat niet ongemerkt aan de omgeving voorbij, ook al zullen ze niet altijd de link leggen.
En dan iemand die wél zichzelf –vanuit het hart- op nummer één heeft staan. Hij is vrolijk en goedgehumeurd en alleen in z’n nabijheid zijn is genoeg om ook vrolijk te worden. Doordat ‘ie in de goeie energie zit, heeft hij natuurlijk ook leuke ervaringen. Omdat ‘ie blij is met zichzelf en z’n leven, zorgt ‘ie ook goed voor z’n lichaam, dus met de gezondheid zit het ook well goed. Ook kan hij er vrijwillig voor kiezen om eens een stapje terug te zetten en er helemaal voor een ander te zijn. Gewoon omdat hij daar blij van wordt. En daar hoeft ‘ie niks voor terug.
Stel je een wereld voor waar véél meer mensen vanuit hun hart, dus vanuit verbinding met alles en iedereen, zichzelf op de eerste plaats zouden zetten. Dan hadden we een hele mooie, blije wereld.
De andere kant is dat het dan misschien zó gewoon zou zijn, dat het saai zou worden, dus misschien is het toch maar goed dat alle denkbare ‘smaken’ in het Leven vertegenwoordigd zijn. Juist daardoor kunnen we des te beter ieder onze eigen ‘smaak’ definiëren. 😉